Een subnet is een deelnetwerk in een netwerk, dat werkt volgens het Internet Protocol. Het werkwoord subnetten betekent het opdelen van een set opvolgende IP-nummers (een IP-range) voor adressering op verschillende fysieke netwerken. Het subnetten vindt zijn uitdrukking in het zogenaamde subnetmasker. Met dit masker wordt door de netwerkbeheerder bepaald welke gedeelte van een IP-nummer het netwerkid is, en welk deel het hostid. Door de subnetmaskers weten de routers in het netwerk op welk fysiek segment zich een bepaald adres bevindt, en dus waarheen de gegevens voor dat bepaalde adres moeten worden gerouteerd.
Elke adres in een subnet start met hetzelfde binaire getal, dit getal vormt het netwerkadres en wordt ook wel aangeduid als netwerkid of subnetid. Let op de term netwerkadres wordt ook vaak gebruikt om het volledige IP-nummer aan te duiden, daarom gebruiken we hier verder steeds de term netwerkid. De overblijvende bits in het IP-nummer vormen het hostadres of hostid. Om van een IP-nummer te weten welk deel behoort tot het netwerkid en welk deel tot het hostid maakt men gebruik van een subnetmasker. Een subnetmasker bestaat uit een rij enen, één voor elke bit van het netwerkid van het IP-nummer, gevolgd door een rij nullen, één voor elke bit van het hostadres.
Een subnet wordt geïdentificeerd aan de hand van zijn algemeen IP-adres samen met zijn subnetmasker. Een alternatieve methode voor het subnetmasker is de CIDR notatie waarbij men het getal gebruikt dat het aantal bits van het netwerkadres vormen.
Een voorbeeld: stel een netwerkje bestaat uit 2 computers: A en B, deze zijn verbonden met een router, die op zijn beurt via een kabelmodem gekoppeld is aan het internet. Dit netwerkje is opgezet als een subnet, waarbij IP-adres 17.76.99.1 toegewezen is aan A en 17.76.99.2 aan computer B. Het subnet werd zo ingesteld op de router dat de eerste 24 bit oftewel de eerste 3 byte het netwerkadres vormen: 17.76.99, dit wordt aangeduid via het subnetmasker 255.255.255.0 (binaire notatie: 11111111 11111111 11111111 00000000). De router kan vervolgens zien of een te contacteren IP-adres binnen of buiten het subnet ligt. Het algemene adres waarmee we het subnetwerk aanduiden is: 17.76.99.0, als we gebruik maken van de CIDR notatie in plaats van het opgeven van het subnetmasker wordt dit: 17.76.99.0/24, waarbij de 24 in deze notatie erop duidt dat de eerste 24bit het netwerkadres vormen en de overblijvende 8 het hostadres.
In een grote organisatie zou de hoeveelheid gegevens die wordt verstuurd onbeheersbaar worden, als elke computer de door elke andere computer gegevens via broadcast zou ontvangen. Via subnetten kan de aan een organisatie toegewezen set van opeenvolgende IP-nummers hiërarchisch opgesplitst worden in diverse subnetten. Routers verbinden de verschillende subnetten. Communicatie, van een host vanuit het ene subnet naar een host uit een ander subnet, verloopt via één poort op een specifieke router. Gegevens worden enkel nog via broadcast verstuurd binnen het kleinst mogelijke subnet.
Subnetmaskers binaire notatie
Subnetmaskers worden vaak voorgesteld in decimale vorm met punten tussen de bytes. Het gebruik van subnetmaskers is echter duidelijker als we de binaire notatie gebruiken. Om een IP-adres op te splitsen in een netwerkid en een hostid gebruiken apparaten de bitgewijze binaire AND operatie.
Voorbeeld
Decimale notatie Binaire notatie
IP adres 192.168.5.74 11000000.10101000.00000101.01001010
Subnetmasker 255.255.255.192 11111111.11111111.11111111.11000000
Netwerk ID 192.168.5.64 11000000.10101000.00000101.01000000
Host ID 0.0.0.10 00000000.00000000.00000000.00001010
Subnetmaskers bestaan net als IP adressen uit 32 bits een reeks enen gevolgd door een reeks nullen, waarbij de reeks enen het netwerk id deel aanduid en de reeks nullen het host id deel. Zoals in het voorbeeld is het zo dat subnetmaskers de splitsing tussen netwerk id en host id niet tussen bytes moeten maken. Een classful netwerk is een netwerk met een subnetmasker 255.0.0.0, 255.255.0.0 of 255.255.255.0 overeenkomstig met de netwerkklasse van het IP-nummer. Een subnetmasker kan in kortere vorm worden genoteerd via de CIDR notatie, waarbij CIDR staat voor Classless Inter-Domain Routing waarbij men na het IP-nummer een slash ("/") laat volgen met daarna het getal dat correspondeert met het aantal bits van het netwerk id of het aantal enen in het subnetmasker. Voorbeeld: 192.0.2.96/24 geeft een IP adres aan waarvan de eerste 24bit gebruikt worden voor het netwerk id, het subnetmasker is 255.255.255.0.
Waarom
Het onderverdelen van netwerken wordt om verschillende redenen gedaan:
Koppeling: verschillende datalinkprotocollen krijgen een eigen subnet (bijvoorbeeld Ethernet en Token ring) en worden gekoppeld via een router.
Beveiliging: hosts op een ander subnet zijn alleen via een router te bereiken. Deze router kan daardoor de verbindingen analyseren, filteren en loggen.
Bandbreedte: alle hosts op een fysiek subnet delen de beschikbare bandbreedte van het medium, door een aantal hosts te 'verplaatsen' naar een ander subnet wordt op beide subnets de gemiddeld beschikbare bandbreedte verhoogd.
Bron:
www.wikipedia.org
Ik zou het erg waarderen als jullie mij daarmee zouden willen helpen:thumb:
