Clemens Schalkw
Gebruiker
- Lid geworden
- 5 dec 2007
- Berichten
- 166
Ik wist geen betere topicnaam, excuus hiervoor.
Ik ben voor mijn opleiding (HBO Software Engineer) bezig met Java.
Opzich lukt het me aardig goed om code te lezen en te begrijpen (voor zover ik nu gezien heb), maar nu moet ik een "echte" applicatie maken.
Ik vraag nadrukkelijk niet of iemand mijn opdracht wil maken, maar graag ontvang ik wat handvatten waar ik iets mee kan.
Kan iemand mij opweg helpen?
De eerste vragen die ik heb:
1. hoe weet ik nou precies welke instance-variabelen je als static declareerd?
2. wat wordt er bedoeld met a onder "De volgende methods komen voor in het programma"?
3. is het handig om een interface te maken of een superclass met daarin (private) de naw-gegevens (deze kunnen namelijk gelden voor klant, kok en bezorger) ?
De rest van de vragen komen vast als ik eenmaal bezig ben.
Alvast bedankt voor de hulp.
Hieronder de gehele opgave:
De opdracht is het opzetten van een proefapplicatie voor een shoarmatent.
De volgende classes komen minimaal voor: Kok, Bezorger, Klant, DamascusShoarma. De laatste class is een demonstratie, met een main method.
Dit zijn niet alle noodzakelijke classes! Er zijn dus nog meer classes nodig. De applicatie dient optimaal gebruik te maken van OO.
De volgende instance-variabelen komen voor in het programma;
1.String naam;
2.String adres;
3.String postcode;
4.String woonplaats;
5.boolean kookboek;
6.int aantalkoks;
7.boolean eigenbrommer;
8.int aantalgezorgers;
9.int sofinummer;
10.double salaris.
De volgende methods komen voor in het programma:
a. no-arg constructors en overloaded constructors voor alle instance variabelen in een class
b. getter en setter methods voor alle non static instance variabelen;
c. tevreden() [klant methode, die een tevreden tekst op het scherm zet];
d. telkoks() [Geeft het totaal aantal koks terug];
e. getaantalbezorgers() [geeft het totaal aantal bezorgers terug];
f. bezorgen(Klant a).
Eisen DamascusShoarma class:
a. bevat twee koks en twee bezorgers, met compleet verzonnen naw-gegevens;
b. bevat een klant met verzonnen naw-gegevens;
c. laat zien dat het aantal bezorgers en koks correct door de applicatie worden geteld, met een print
op het scherm;
d. laat een bezorger een broodje bij de klant bezorgen.
Ik ben voor mijn opleiding (HBO Software Engineer) bezig met Java.
Opzich lukt het me aardig goed om code te lezen en te begrijpen (voor zover ik nu gezien heb), maar nu moet ik een "echte" applicatie maken.
Ik vraag nadrukkelijk niet of iemand mijn opdracht wil maken, maar graag ontvang ik wat handvatten waar ik iets mee kan.
Kan iemand mij opweg helpen?
De eerste vragen die ik heb:
1. hoe weet ik nou precies welke instance-variabelen je als static declareerd?
2. wat wordt er bedoeld met a onder "De volgende methods komen voor in het programma"?
3. is het handig om een interface te maken of een superclass met daarin (private) de naw-gegevens (deze kunnen namelijk gelden voor klant, kok en bezorger) ?
De rest van de vragen komen vast als ik eenmaal bezig ben.
Alvast bedankt voor de hulp.
Hieronder de gehele opgave:
De opdracht is het opzetten van een proefapplicatie voor een shoarmatent.
De volgende classes komen minimaal voor: Kok, Bezorger, Klant, DamascusShoarma. De laatste class is een demonstratie, met een main method.
Dit zijn niet alle noodzakelijke classes! Er zijn dus nog meer classes nodig. De applicatie dient optimaal gebruik te maken van OO.
De volgende instance-variabelen komen voor in het programma;
1.String naam;
2.String adres;
3.String postcode;
4.String woonplaats;
5.boolean kookboek;
6.int aantalkoks;
7.boolean eigenbrommer;
8.int aantalgezorgers;
9.int sofinummer;
10.double salaris.
De volgende methods komen voor in het programma:
a. no-arg constructors en overloaded constructors voor alle instance variabelen in een class
b. getter en setter methods voor alle non static instance variabelen;
c. tevreden() [klant methode, die een tevreden tekst op het scherm zet];
d. telkoks() [Geeft het totaal aantal koks terug];
e. getaantalbezorgers() [geeft het totaal aantal bezorgers terug];
f. bezorgen(Klant a).
Eisen DamascusShoarma class:
a. bevat twee koks en twee bezorgers, met compleet verzonnen naw-gegevens;
b. bevat een klant met verzonnen naw-gegevens;
c. laat zien dat het aantal bezorgers en koks correct door de applicatie worden geteld, met een print
op het scherm;
d. laat een bezorger een broodje bij de klant bezorgen.
Laatst bewerkt: