Informatie over:
CPU is over te klokken door op het moederbord twee mogelijke instellingen te wijzigen: (1) de snelheid van de bus en (2) de multiplier. Deze twee waarden bepalen dan met elkaar hoe snel een processor intern draait. De term over klokken slaat dan op het feit dat de processor op een kloksnelheid gaat draaien waarvoor deze eigenlijk niet is gemaakt.
Afhankelijk van het moederbord, kan een bussnelheid worden ingesteld van 50, 60, 66, 75 en 100 Mhz. Eveneens afhankelijk van het moederbord, is de multiplier: 1.5, 2, 2.5,
3, 3.5, 4. Deze waarden gelden voor de bijv: (Pentium) processors en door de juiste combinaties te maken, wordt de processor op de goed manier aangestuurd.
Een gebruikelijke manier van overklokken is dat je er een tandje bij kanzetten. Bijv: een (Pentium) 150 wordt dan een (Pentium) 166 gemaakt door bijvoorbeeld een de bussnelheid van 60 naar 66 Mhz te schakelen.
De rekensom wordt dan 66 x 2.5 in plaats van 50 x 60 x 2.5.
Voor elke (Pentium) of processor is een dergelijke rekensom te maken, waarbij je de waarde van de multiplier kunt wijzigen.
Overklokken is in principe niet aan te bevelen, omdat de processor dan extra Warm wordt. De optimale werktemperatuur van een processor ligt tussen de 25 en de 80 graden Celcius. Wordt de processor warmer? Dan wordt jou systeem instabieler.