Schakel de computer uit om de programma's die beschikbaar blijven en eventuele andere programma's op de achtergrond te beëindigen
Wanneer de computer wordt ingeschakeld, wordt automatisch een softwaregroep met de naam 'Terminate and Stay Resident (TSR)' geladen. Deze programma's activeren enkele van de computerhulpprogramma's zoals de anti-virussoftware, maar deze zijn niet nodig om de computer te laten functioneren. Het gebeurt soms dat TSR's verhinderen dat de printersoftware wordt geladen en bijgevolg niet correct installeert.
In Microsoft Windows 98, Windows ME en Windows XP gebruikt u het hulpprogramma MSCONFIG om te verhinderen dat TTR-programma's en -services opstarten.
OPMERKING: Deze stap geldt niet voor Windows 2000 omdat het hulpprogramma MSCONFIG niet bestaat in Windows 2000. Indien uw computer gebruik maakt van Windows 2000, negeert u deze stap en ga verder naar Stap twee: Verwijder alle temp-bestanden en mappen door een schijfopruiming uit te voeren.
1.
Klik op Start en klik vervolgens op Uitvoeren. Het venster Uitvoeren wordt geopend.
2.
In het veld Openen: typt u msconfig en klik vervolgens op OK. Het venster van het hulpprogramma MSCONFIG opent.
3.
Klik op het tabblad Algemeen.
4.
Selecteer Selectief opstarten.
5.
Als het selectievakje naast Opstartonderdelen laden is geselecteerd, klikt u op de selectiemarkering om deze te verwijderen.
6.
Alleen voor Windows XP-systemen - Klik op het tabblad Services en plaats een selectiemarkering in het vak Alle Microsoft-services verbergen.
7.
Klik op Toepassen en klik vervolgens op Sluiten.
8.
Klik op Opnieuw opstarten om de wijzigingen toe te passen op de computer tijdens de volgende opstartbeurt.
9.
Start de computer opnieuw op.
Stap twee: Verwijder alle temp-bestanden en mappen door een schijfopruiming uit te voeren
Volg de instructies in deze stap om tijdelijke bestanden en mappen te verwijderen.
1.
Om het hulpprogramma Schijfopruiming te starten, klikt u op Start, wijs Programma's, Bureau-accessoires en Systeemwerkset aan en klik dan op Schijfopruiming.
2.
De Schijfopruiming analyseert de harde schijf en toont dan een rapport met een lijst met opties met selectievakjes ernaast. Selecteer de desbetreffende selectievakjes om de overbodige componenten te verwijderen.
Het hulpprogramma Schijfopruiming maakt ruimte vrij op de harde schijf van uw computer door het volgende te doen:
*
Het verwijderen van tijdelijke internet-bestanden.
*
Het verwijderen van gedownloade programmabestanden.
*
Het leegmaken van de prullenbak.
*
Het verwijderen van bestanden uit uw tijdelijke map.
*
Het verwijderen van bestanden die door andere Windows hulpprogramma's werden gemaakt.
*
Het verwijderen van optionele Windows-componenten die u niet gebruikt.
3.
Na selectie van de componenten die u wilt verwijderen, klikt u op OK om de schijfopruiming uit te voeren.
Stap drie: Installatie van de software
Hieronder vindt u verschillende opties voor het installeren van de productsoftware. HP raadt aan de productsoftware te downloaden en installeren van de HP website, indien beschikbaar. Wanneer de productsoftware daar niet beschikbaar is, probeert u een van de andere methoden.
OPMERKING: Als het scherm voor de apparaatverbinding niet verschijnt wanneer de installatie blijft hangen bij 96%, sluit dan de USB-kabel aan.
Methode één: Download de software van het Web
1.
Ga naar de HP Website op
www.hp.com en klik op Software en drivers downloaden.
2.
Typ het modelnummer van uw product in het vak Zoek.
3.
Selecteer het besturingssysteem van de computer waarop het apparaat is aangesloten.
4.
Klik op de gedownloade software om het software-installatieprogramma te starten.
5.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te installeren.
Methode twee: De productsoftware vanaf de cd installeren
1.
Wanneer de cd met de productsoftware nog steeds in het cd-station van de computer zit, verwijdert u deze en plaats deze terug in het cd-station.
2.
Als de installatiesoftware niet automatisch wordt gestart, volgt u de onderstaande stappen.
1.
Klik op Start en klik vervolgens op Uitvoeren. Het venster Uitvoeren wordt geopend.
2.
In het veld Openen: typt u D:\setup.exe waarin "D" de letter van het cd-rom-station is.
3.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie van de software te voltooien.
Methode drie: Kopieer de inhoud van de software-cd naar de harde schijf
Kopieer de inhoud van de HP software-cd naar het root-station, ofwel C:\ of D:\ van Deze computer en installeer dan de software van de harde schijf. De computer moet ten minste twee gigabyte (GB) beschikbare ruimte op de harde schijf hebben om de inhoud van de cd te kopiëren en installeren. Volg de onderstaande stappen om de bestanden te kopiëren en daarna het software-installatieprogramma uit te voeren.
1.
Klik op Start en open Deze computer, of dubbelklik op Deze computer op het hoofdscherm van Windows.
2.
Dubbelklik op C:\ of D:\, waarbij we aannemen dat C: en D: de harde schijven van de computer zijn.
3.
Klik met de rechtermuisknop op de lege ruimte in C:\ of D:\ van Deze computer en selecteer Nieuw.
4.
Klik op Map. Er wordt een nieuwe map gemaakt.
5.
Klik met de rechter muisknop op de map en klik dan op Naam wijzigen.
6.
Hernoem de nieuwe map HP Software.
7.
Klik met de rechtermuisknop op Start en klik vervolgens op Verkennen om Windows Verkenner te openen.
8.
Zoek de letter van het cd-romstation in het linkerpaneel van het venster en selecteer deze zodat de inhoud wordt weergegeven in het rechterpaneel.
Klik op Bestand bovenaan in het venster en klik dan op Bewerken.
9.
Klik op Alles selecteren om alle bestanden en mappen te markeren.
10.
Terwijl de bestanden nog steeds geselecteerd zijn, klikt u op Bewerken en daarna op Kopiëren.
11.
Sluit Windows Verkenner.
12.
Open de HP Software map die gemaakt werd in stap 6, klik op Bewerken en klik daarna op Plakken om de bestanden te kopiëren naar de HP softwaremap op de harde schijf.
13.
Klik op Start en klik vervolgens op Uitvoeren. Het venster Uitvoeren wordt geopend.
14.
In het veld Openen: typt u het volgende: C:\HP Software\setup.exe.
15.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie van de software te voltooien.
Stap vier: Gebruik het hulpprogramma MSCONFIG om de Opstartsoftware in te schakelen
1.
Klik op Start en klik vervolgens op Uitvoeren. Het venster Uitvoeren wordt geopend.
2.
In het veld Openen: typt u MSCONFIG en klik daarna op OK om het hulpprogramma MSCONFIG te starten.
3.
Op het tabblad Algemeen selecteert u Normaal opstarten om alle functies automatisch in te schakelen wanneer de computer de volgende keer wordt opgestart.
4.
Klik op Toepassen en klik vervolgens op Sluiten.
5.
Klik op Opnieuw opstarten om de wijzigingen toe te passen wanneer de computer de volgende keer opnieuw wordt opgestart.