sinus in C++

[stargate]

Hallo ik moet een zo groot mogelijk sinus tekenen in c++ maar dit wil niet echt lukken. ik heb voorlopig dit:
#include<iostream>
#include<conio.h>
#include<math.h>
#include<iomanip>
using namespace std;

void main()
{
float x,y;
cout << "teken een zo groot mogelijke sinus;">>;
y=sin(x);
setw(x)
cout <<"sinus=" y >>;
getch();
}

 

[RogerS]

Aha, huiswerk op zondag nog even snel maken.

Vertel eens waar je vast loopt, want dit forum is er vooral op gericht dat we helpen, niet om voor jou te werken

 

[stargate]

Ik heb al een hele dag gezocht achter het antwoord, maar programmeren is niet echt mijn ding vooral omdat we van 0 starten maar direct zulke oefeningen moeten kunnen zonder uitleg. Het probleem is dak ik geen sinus krijg nochtans heb ik de sinusfunctie ingevoegd

 

[RogerS]

Dat snap ik wel, maar het feit dat scholen hun werk niet goed doen wil niet zeggen dat wij het moeten oplossen.

Wat betreft de oplossing moet ik het aan anderen laten, want ik heb al heel lang niks meer in C gedaan.

 

[Arjan B]

Het lijkt me sterk dat je nog niks gehad hebt als je een opgave als deze krijgt. Weet je zeker dat je de grafiek ook werkelijk moet tekenen? Want om zoiets te tekenen zul je in een grafische omgeving moeten gaan werken. Waar je meestal mee start is in zo'n Command Prompt boxje waar je tekst in weergeeft.

y = sin(x)

Je wijst hier aan y de waarde van de sinus van x toe. Maar x heeft zelf nog geen waarde toegekend gekregen, dus de sinus daarvan is ongedefinieerd.

Dit soort dingen zijn heel erg basic fouten. Ik zou je aanraden nog eens een goeie C++ tutorial door te lezen . http://www.cplusplus.com/doc/tutorial/

 

[stargate]

ja,maar als je hem een waarde toekent gaat het nog altijd niet er moet ergens iets missen

 

[Arjan B]

Opgaves zijn er om je kennis van de taal te testen. Als je het gebruik van een functie om een waarde toe te kennen aan een variabele niet snapt, zou ik eerst wat meer over de taal leren.

float x, y;
x = 0.5f * 3.141592f;
y = sin(x);

In de eerste regel definieer je de variabelen, waardoor er een stukje geheugen voor ze gereserveerd wordt. Dit stukje geheugen is nog geen waarde toegekend, dus kan elke willekeurige waarde hebben.

In de tweede regel ken je x een waarde toe, namelijk een halve pi. De waarde van y is nu nog steeds ongedefinieerd.

In de derde regel ken je y een waarde toe, namelijk de sinus van x. Dit is de sinus van een halve pi, omdat x op het moment dat je de functie aanroept de waarde van een halve pi heeft. y krijgt hier dus de waarde 1.