om het nog makkelijker voor je te maken:
Selecteer de cellen die u wilt opmaken.
Klik in het menu Opmaak op Celeigenschappen en klik op het tabblad Getal.
Klik in de lijst Categorie op een categorie die zoveel mogelijk aan uw wensen beantwoordt, en pas de ingebouwde notaties verder aan uw wensen aan. (De ingebouwde notatie wordt hierdoor niet gewijzigd, er wordt een kopie gemaakt waarin de wijzigingen worden aangebracht.)
Klik in de lijst Categorie op Aangepast.
Maak de gewenste notatie door de codes van de getalnotatie in het vak Type te bewerken.
U kunt maximaal vier secties met opmaakcodes opgeven. In de door puntkomma's gescheiden notatiecodes geeft u de notatie op voor positieve getallen, negatieve getallen, nulwaarden en tekst, in deze volgorde. Als u slechts twee secties opgeeft, wordt de eerste sectie gebruikt voor positieve getallen en nulwaarden en de tweede voor negatieve getallen. Als u één sectie opgeeft, wordt de opgegeven notatie gebruikt voor alle getallen. Als u een sectie wilt overslaan, moet u voor die sectie de afsluitende puntkomma invoeren.
Gebruik notatiecodes die de gewenste weergave definiëren voor getallen, datums of tijden, valuta, percentages of wetenschappelijke notatie, en tekst of spatiëring.