Als je videobewerking gebruikt, heb je vaak te maken met grote bestanden. Fat32 is beperkt tot bestanden van max 4 Gb. NTFS kan grotere bestanden aan.
Als je een harde schijf inricht, bestaat dat proces uit twee stappen. De eerste is partitioneren, dat is het opdelen van de harde schijf in delen. Hiermee krijg je verschillende schijfletters (C:, D: enz.). Je kunt er ook voor kiezen om een grote partitie te maken. De tweede stap is het formatteren van de harde schijf. Dat is eigenlijk het bepalen van het bestandsysteem. Je kunt formatteren in fat16, fat32 en NTFS. Fat16 moet je vergeten.
Op de achterkant van de harde schijf zie je aansluitingen voor de IDE kabel en de voedingsconnector. Er zit ook een setje pinnetjes op waar een jumper op zit. Met die jumper bepaal je of de harde schijf master of slave wordt. Wat is namelijk het geval, elke IDE kabel heeft twee aansluitingen voor IDE apparaten. Om het onderscheid te maken tussen die twee apparaten moet je per apparaat aangeven of het een master of een slave betreft. Heb je maar een apparaat op een IDE aansluiting, maak die dan master.
Ik begrijp dat je de harde schijf als tweede harde schijf wilt inbouwen naast die waar windows xp op staat. Dat is mooi, dat maakt het partitie- en formatteerproces makkelijk. Als je de harde schijf hebt ingebouwd en de computer opstart, klik je in windows met de rechter muisknop op deze computer op het bureaublad en kies je voor beheren. Er opent een nieuw venster. Ga naar schijfbeheer. Je ziet nu in het rechter gedeelte een overzicht van je harde schijven en cd-rom spelers. Waarschijnlijk is de nieuwe harde schijf aangemerkt als hd1 en als vrije ruimte. Klik in de lege ruimte met de rechter muisknop en kies voor partitie maken. Als de partitie is gemaakt, kan je deze op dezelfde wijze formatteren.