Kan iemand onderstaande op een andere manier uitleggen?
Uniciteit betekent dat een kolom een unieke namen moet bevatten, maar waarom
spreekt men van sterke en zwakke uniciteits regels?
Voorbeeld:
****** = een uniciteitsregel voor 1 kolom
kolom 1
***************** = Een uniciteits regel voor 2 of meer kolommen
kolom 1 kolom 2
Tabel Gerecht met de kolommen:
***********
gerechtnaam energiePP op * bereidingstijd bereidingswijze
Tabel Ingredient met de kolommen:
************************
gerechtnaam productnaam hoeveelheidPP op
Het boek zegt daarbij:
Het eisen van uniciteit voor 1 kolom is strenger dan de eisen van uniciteit voor een combinatie van diezelfde kolom en nog 1 of meer andere kolommen.
Bijvoorbeeld, uit de uniciteitsregel voor Gerecht.gerechtnaam volgt als afgeleide regel dat ook de waardencombinaties in de kolomcombinaties (gerechtnaam, energiePP) alle verschillend zijn. Dit is echter een zwakkere regel, want het omgekeerde geldt niet.
Wat zijn zwakke / sterke regels, wat betekent dit? Waar moet ik rekening mee houden?
Uniciteit betekent dat een kolom een unieke namen moet bevatten, maar waarom
spreekt men van sterke en zwakke uniciteits regels?
Voorbeeld:
****** = een uniciteitsregel voor 1 kolom
kolom 1
***************** = Een uniciteits regel voor 2 of meer kolommen
kolom 1 kolom 2
Tabel Gerecht met de kolommen:
***********
gerechtnaam energiePP op * bereidingstijd bereidingswijze
Tabel Ingredient met de kolommen:
************************
gerechtnaam productnaam hoeveelheidPP op
Het boek zegt daarbij:
Het eisen van uniciteit voor 1 kolom is strenger dan de eisen van uniciteit voor een combinatie van diezelfde kolom en nog 1 of meer andere kolommen.
Bijvoorbeeld, uit de uniciteitsregel voor Gerecht.gerechtnaam volgt als afgeleide regel dat ook de waardencombinaties in de kolomcombinaties (gerechtnaam, energiePP) alle verschillend zijn. Dit is echter een zwakkere regel, want het omgekeerde geldt niet.
Wat zijn zwakke / sterke regels, wat betekent dit? Waar moet ik rekening mee houden?