Optimalisatie airflow
Bij het optimaliseren van de airflow zijn er een paar dingen om in de gaten te houden:
De luchtstroom moet in een lijn door het systeem lopen, en wordt verzorgd door intake (naar binnen gerichtte) en outtake (naar buiten gerichttte) fans. Een balans tussen intake en outtake is belangrijk: zorg ervoor dat er net zoveel lucht in het systeem stroomt, als er wordt uitgeblazen. Houdt er rekening mee dat ook de voeding bijdraagt aan de outtake van het systeem.
Meer fans beter?
Een veel gemaakte fout omtrent de airflow is dat er lukraak fans in een systeem worden aangebracht om de luchtstroom te verbeteren. Dit kan namelijk ook de airflow verstoren, bijvoorbeeld als er geen goede balans is tussen intake en outtake fans. Het plaatsen van extra fans draagt enkel bij aan de airflow als deze goed zijn geplaatst.
De ideale lijn
Warme lucht stijgt, houdt hiermee rekening als de lijn wordt bepaalt. De lijn is optimaal als deze langs de warmste componenten (harddisk, videokaart en processor) loopt. Mochten er insteekkaarten zijn die veel warmte produceren (controllers, TV-kaarten), zorg dan dat deze ook worden “meegepakt” door de lijn.
De lijn mag verder niet verstoord worden door voedings- en datakabels: Bindt deze weg uit de luchtstroom, of gebruik rounded cables.
Grootte airflow
De luchtstroom die door een fan wordt veroorzaakt wordt aangegeven in het aantal CFM (Cubic Feet per Minute). Het aantal CFM van een fan is afhankelijk van zijn grootte en zijn toerental.
Bij een geoptimaliseerde airflow is het aantal CFM dat door het systeem stroomt bepalend voor het verschil tussen temperatuur in de kast en de kamertemperatuur. Hoe kleiner het verschil, hoe beter. Dit zal uiteindelijk altijd een afweging zijn tussen geluidsproductie en temperatuur; een verschil van 5 tot 10 graden is al prima in de praktijk.